Aan het eind van de 19e eeuw krijgt de Deense lutherse priester Lucas de opdracht naar IJsland te reizen -destijds een afgelegen Deens gebied - om daar een kerk te bouwen en zich te installeren als pastoor. Hij gaat op expeditie over zee en land en brengt niet alleen een groot zwaar kruis mee, maar ook een camera, met de bedoeling het land en de mensen met deze nieuwe technologie te documenteren.
In ‘Godland’ is nergens mededogen, laat staan dat er ergens een is God te bekennen. De twee oorspronkelijke titels van de film - het Deense Vanskabte land (‘misvormd land’) en het IJslandse Volaða land (‘miserabel land’) - beschrijven de omstandigheden beter, zowel als het gaat om het land als om haar land bevolking.
Regisseur Hlynur Pálmason neemt ons mee op een even angstaanjagende als adembenemende reis vol visuele pracht en levensbeschouwelijke overpeinzingen. Zijn beeldschone, in 4:3 geschoten film ‘Godland’ fungeert als een zachtmoedige, indringende contemplatie over vergankelijkheid. Soms noodzakelijkerwijs somber, maar ook doorspekt met spanning en humor.