Na zijn festivalhit “Of Horses and Men” heeft Erlingsson met “Woman at war” opnieuw een
film gemaakt op de grens van humor en drama, maar waar vooral zijn liefde voor IJsland uit
spreekt. Erlingsson was al jong een eco-activist, al op zijn achttiende bond hij zich vast aan
een schip voor de walvisjacht. Dat activisme heeft hij in zijn nieuwe speelfilm verwerkt.
Halla is een vijftigjarige, onafhankelijke vrouw met een missie; in haar eentje verklaart ze de
oorlog aan de lokale aluminiumindustrie. Deze industrie heeft veel energie nodig, elektriciteit
opgewekt door waterkracht waarvoor natuurgebieden zijn aangetast. Halla is bereid alles te
riskeren om de ongerepte IJslandse hooglanden te beschermen die ze liefheeft. Om iedereen
ervan te doordringen dat het menens is, blaast ze, uiteraard in het geheim, af en toe een
hoogspanningsmast op, fraai in beeld gebracht, waarna heel IJsland een tijdje zonder
elektriciteit zit.
Met hulp van de CIA maken de IJslandse autoriteiten jacht op de onbekende dader. Dat een
vrouw als Halla, die in haar vrije tijd een dorpskoor dirigeert, de dader is, ligt buiten het
voorstellingsvermogen van de autoriteiten.
Op de meest onverwachte momenten, duikt als een soort Grieks koor, een muziekbandje op,
dat verhaalt over hoe ver je mag gaan met actievoeren.
De film raakt bovendien aan een heleboel actuele onderwerpen. Het gaat van
gendergelijkheid en klimaatverandering tot aan de vluchtelingenproblematiek, maar ook de
hype rond yoga en mindfulness om onszelf te vinden in deze hectische tijden.






Ofschoon Dalva twaalf is, kleedt ze zich, draagt ze make-up en leidt ze haar leven alsof ze een volwassen vrouw is. Op een zekere avond wordt ze meegenomen uit haar vaders huis. Aanvankelijk is ze met stomheid geslagen en woedend om de situatie. Later maakt ze kennis met een sociaal werker, en een tiener die kampt met woedeaanvallen. Een nieuw leven lijkt aan te vangen voor Dalva: een leven passend bij haar leeftijd.


