London, 1970. Freddie Mercury, geboren in Zanzibar als Farrokh Bulsara, heeft zich altijd
afgesloten gevoeld. Maar het Londense nachtleven lonkt, en als hij ontdekt dat zijn
favoriete lokale band zonder zanger zit, maakt hij met een geïmproviseerd optreden indruk
op de overgebleven bandleden; gitarist Brian May en drummer Roger Taylor.
Zij benoemen Mercury als leadzanger van de tot ‘Queen’ omgedoopte band, en dankzij zijn
rotsvaste geloof in hun talent groeien ze uit tot een van de meest iconische bands in de
popgeschiedenis. Maar de even verlegen als eigenzinnige Mercury neemt een steeds
excessievere en buitenissigere levensstijl aan.
De ware Queen-fan zal zich soms moeten neerleggen bij enkele onschuldige dichterlijke
vrijheden die de film zich veroorlooft. ‘Bohemian Rhapsody’ pretendeert daarmee geen
alomvattende band-biografie te zijn, noch een volledige beschouwing van het leven van
Mercury.
‘Bohemian Rhapsody’ laat zich het best bekijken als een visie op Mercury’s carrière, en is
daarbij vooral geïnteresseerd in zijn privépersoonlijkheid in relatie tot zijn succes als
rockster. Ondersteund door de indrukwekkende cast en geweldige soundtrack brengt de
film deze visie overtuigend en meeslepend.