In dit verhaal over liefde en overleven in het 19e-eeuwse Estland, verlangt het boerenmeisje
Liina naar dorpsjongen Hans, maar Hans is smoorverliefd op de Duitse barones, die in zijn
ogen alles in huis heeft wat hij van een vrouw kan wensen.

Voor Liina, die notabene door haar vader is beloofd aan haar weerzinwekkende buurman, is
het winnen van de liefde van Hans ongelooflijk lastig in dit donkere, barre landschap waar
geesten, weerwolven, plagen en zelfs de duivel samenkomen, waar diefstal hoogtij viert en
waar menselijke zielen hoog aangeschreven staan, maar behoorlijk waardeloos zijn.

De ziel van ‘November’ is in eerste opzicht een vrij eenvoudig liefdesverhaal: een jonge
vrouw die een onbeantwoorde liefde koestert voor een man, die een onbeantwoorde liefde
koestert voor een andere vrouw.

Maar het in contrastrijk zwart-wit geschoten ‘November’ is met z’n mix van Estse
volksverhalen, Christelijke mythen, magie en flinke dosis humor hoogst bijzonder en zeer
origineel. Een bizar sprookje dus, dat te absurd is om te beginnen met ‘er was eens’, en te
duister om te eindigen met ‘ze leefden nog lang en gelukkig’.