De Japanse regisseur Hirokazu Kore-eda, weet onderkoeld, maar daardoor met des te meer impact, de emoties weer te geven, wanneer blijkt dat in een ziekenhuis twee kinderen zijn verwisseld.
Vier ouders krijgen van een ziekenhuis te horen dat hun twee zonen bij de geboorte, zes jaar geleden, verwisseld zijn. Ze staan voor een dilemma: wie beschouwen ze als hun echte zoon en moeten ze de jongetjes ruilen? De kinderen dreigen het slachtoffer te worden van het egoïsme van volwassenen, maar gelukkig hebben die hier niet altijd het hoogste woord.
Een van de vaders verzucht, dat dit alles verklaart, als hij hoort dat zijn zoon is verwisseld. Voelde hij altijd al dat zijn zoontje Keita anders is? De andere vader en de twee moeders hebben minder met de bloedband. Zij hebben door de jarenlange verzorging een liefdesrelatie opgebouwd met hun kinderen.
Kore-eda verbindt het dilemma van de ouders met de situatie na de Tweede Wereld-oorlog toen veel Japanse gezinnen weeskinderen moesten opvoeden. Wie beschouw je als je echte zoon? Die met dezelfde genen of degene die je hebt opgevoed? Een telkens terugkerend thema bij Kore-eda, wat is de band met onze naasten, waarom houden we van hen en niet van anderen?