Carnage geeft een treffende illustratie van wat er gebeurt als we dat flinterdunne
laagje beschaving van ons af gooien. Polanski, die geen moment partij kiest,
benadert dit gegeven met sardonisch plezier. Carnage is een bewerking van het
toneelstuk “The God of Carnage” van Yasmina Reza, een succes op Broadway.
Twee bekvechtende echtparen maken een halszaak van een akkefietje tussen hun
11-jarige zoons. In een koele, neutrale cameravoering ontmaskeren ze elkaar één
voor één. Het bezoek begint vluchtig en beleefd. Nancy en Alan houden de jassen
aan en, vooruit, lusten nog wel een snel kopje koffie. Behalve over de ruzie wordt er
oppervlakkig over kunst en politiek gesproken en al gauw wordt de sfeer vileiner. Er
komt drank in het spel, er wordt een tafel ondergekotst en binnen anderhalf uur is
de boel onherstelbaar ontploft.
De spelers zijn uitstekend gecast en maken mede daardoor van het kamerspel een
succes. Jodie Foster: de hysterisch schreeuwende jankmoeder, vermomd als het
eeuwige slachtoffer. Haar echtgenoot John C. Reilly: de enorme driftkop, die het
imago van lobbige allemansvriend probeert op te houden. Kate Winslet: naar buiten
toe een ijskonijn, maar van binnen veel sensitiever dan ze ooit zou toegeven. Haar
echtgenoot Christoph Waltz: de hondsluwe sadist, door wiens achteloze desinteresse
je uiteindelijk ook heen prikt.